Jans wist al toen de onderhandelingen met Haller liepen dat hij Min niet wilde laten gaan. Een andere optie in de punt van de aanval, Noah Ohio, bleek in de eerste seizoenshelft nog geen spits te zijn op wie je wekelijks kunt bouwen en daarbij vertrok de aanvalsleider van Jong Oranje op de slotdag van de transferwindow nog bijna naar PSV. Vierde spits Anthony Descotte is ook niet beter dan Min gebleken.
‘David is door mij altijd al, maar ook door de ploeg, enorm gewaardeerd’, vertelde Jans na zijn 4-4-2-experiment met Haller én Min in Eindhoven. ‘Ik zie in hem enorm veel potentie. Hij is laat in het betaald voetbal gekomen en heeft fysieke problemen gehad, maar ik vind dat hij heel veel kan. Hij werkt heel hard voor de ploeg en dat hebben we nodig. Haller is een heel goed aanspeelpunt, maar lopen is niet z’n grootste kwaliteit. En ook Ohio moet daar stappen in maken.’
Van alle spitsen van Utrecht maakte Min dit seizoen de meeste minuten. In 22 wedstrijden in alle competities kwam hij tot vier doelpunten en twee assists, waarbij gezegd moet worden dat twee treffers én twee assists in dezelfde wedstrijd tegen een amateurclub genoteerd werden (tegen AFC in het bekertoernooi, 0-8). Dat zijn geen cijfers waar ze in Utrecht steil van achterover slaan, zeker niet na tropenjaren met Sam Lammers en Tasos Douvikas in de punt van de aanval. Toch wilde Jans er geen spits bij en het seizoen afmaken met Min, Ohio en Descotte. Alleen voor Haller, een absolute buitenkans, wilde hij een uitzondering maken.
Lees op VI PRO een uitgebreid verhaal over de situatie van David Min bij FC Utrecht:
Bekijk hier al onze video’s
