De Ajax-top haalt opgelucht adem nu de club vrijwel zeker terugkeert in de Champions League. Conclusie: de jarenlange dip is getrotseerd zonder dat de Amsterdammers zich in de schulden staken of in de armen van een sjeik vlogen.
Had iemand een paar jaar geleden voorspeld dat Ajax een noodscenario zou berekenen voor een begroting zonder Europees voetbal én een krediet moest afsluiten om te garanderen dat alle rekeningen betaald konden worden, dan was diegene vermoedelijk afgevoerd voor verder psychologisch onderzoek. Het gebeurde allemaal echt in de Johan Cruijff Arena.
Toen Ajax in de herfst van 2023 onderaan stond in de Eredivisie moest de enige beursgenoteerde club van Nederland doorlichten wat de financiële impact zou zijn van de sportieve nachtmerrie. Bij een niet nader genoemde bank werd afgesproken dat de club twintig miljoen rood mocht staan. Het mes ging in de organisatie, waar afscheid werd genomen van een stuk of vijftig medewerkers. Allemaal om de consequenties af te dekken van een zwakke periode, gekenmerkt door een puinhoop in de bestuurskamer en magere sportieve prestaties.
Eerst was Ajax onder Alfred Schreuder en het technisch verantwoordelijke interim-duo Gerry Hamstra/Klaas Jan Huntelaar gedegradeerd van de Champions League naar de Europa League, daarna mondde het ongekende fiasco met Sven Mislintat en Maurice Steijn uit in de vijfde plaats aan het einde van de rit. Nu Ajax weer terugkeert in de Champions League, kunnen we de schade van de moeilijke jaren sinds het wegvallen van Marc Overmars en Erik ten Hag opmaken.