Op het veld vecht Feyenoord voor plek drie in de Eredivisie, die recht geeft op voorronde Champions League, maar intern voert de club een misschien nog wel lastigere strijd. Hoe vangen de Rotterdammers straks het vertrek op van een aantal bepalende spelers? Over het huiswerk in De Kuip.
Mark Ruijl was onlangs maar weer eens naar Izmir gevlogen. Deze prachtige stad aan de Egeïsche zee staat bekend als de meest vrije van Turkije, vol restaurants, barretjes en nachtclubs, maar daar kwam de technisch manager van Feyenoord niet voor, wisten Turkse media zeker, toen ze Ruijl zagen zitten in het Gürsel Akselstadion.
De grootste club van Izmir, Göztepe, heeft een spits die Ruijl afgelopen zomer naar Feyenoord had wíllen halen. Sterker: de Rotterdammers boden een flink bedrag voor de Braziliaan Rômulo, maar de Turken wilden hem niet laten gaan, zo vlak voor het begin van de Süper Lig. Wel wisten ze dat ze in ieder geval zelf goede zaken hadden gedaan door de koopoptie in het huurcontract met Athletico Paranaense te lichten. Kosten: slechts 2,5 miljoen euro.
Dat de Rômulo-deal niet doorging, betekent niet dat Feyenoord hem uit het hoofd heeft gezet. Het kopen van spelers is behalve een kwestie van timing, ook een kwestie van relaties. Het helpt altijd mee als spelers weten wie je bent als scout en club en wat de sportieve ambities zijn. Vandaar dat de technisch manager van Feyenoord opnieuw naar Turkije vloog. Niet om te kopen, wel om de banden maar weer eens aan te halen. Wie weet wat er komende zomer mogelijk is, als Feyenoord – zo is de verwachting – toch op zoek gaat naar een vervanger van Santiago Gimenez en een concurrent voor Ayase Ueda.
Het aanstaande contract van Theodoros Delianidis doet daar niets aan af. De spits van Jong PEC Zwolle tekent voor twee jaar met een optie op nog een seizoen, maar meldt zich volgend seizoen bij Jong Feyenoord.
