Voetbal International viert dit jaar zijn zestigjarig jubileum. Naar aanleiding daarvan herplaatsen we elke dag een verhaal uit ons rijke archief. In deze aflevering reizen we terug naar 28 maart 1990, als de vlinderachtige linksbuiten Marcel Peeper zijn debuut voor Oranje viert. En zijn linkerbeen na achttien minuten letterlijk doormidden wordt geschopt.
Namens VI zoekt Yoeri van den Busken hem eind 2015 op als hij op vijftigjarige leeftijd datgene voor elkaar krijgt dat hem 25 jaar eerder door het noodlot (en de Rus Sergey Gorlukovich) niet was gegund. Als Footgolfer neemt de voormalige aanvaller van Haarlem en FC Twente deel aan het WK.
Er schiet net een haas voorbij als Marcel Peeper aanlegt voor het eerste schot op de achtste hole van golfbaan Spaarnwoude. Zijn wreeftrap is nog steeds om door een ringetje te halen. En ook met de binnenkant van zijn linkervoet kan hij het berekenende spel met de wind, de buigende bomen en het water spelen. Maar de grootste winst, vertelt hij, valt in het footgolf te boeken bij het putten. ‘Kijk’, zegt Peeper even later en hij wijst op een rond gat in het gras, ongeveer vijf meter verwijderd van zijn bal. ‘Om wereldkampioen te kunnen worden, moet je deze maken.’
Hij peilt. Hij puntert. Hij mist.
‘Gorlukovich schopte me finaal doormidden. Daarna liep hij weg. Geen handje, niks’