Robin van Persie vond dat Feyenoord in de eerste helft tegen Fortuna Sittard de basale dingen – of de habits, zoals de trainer van de Rotterdammers het noemt – niet goed uitvoerde. Van Persie zag zich in de rust dan ook genoodzaakt een omzetting te doen. Wel was de 41-jarige oud-international lovend over hoe zijn ploeg verdedigde en dan in het bijzonder Gernot Trauner en Dávid Hancko.
Feyenoord boekte in Sittard de vijfde zege op rij, maar overtuigend was het niet. Vooral voor rust was het spel heel matig. ‘De eerste helft vond ik ons moeizaam spelen’, erkende Van Persie bij ESPN. ‘We waren heel slordig in balbezit, er waren genoeg momenten om wel tot kansen te komen. Daar hebben we het in de rust over gehad, ook over het moment van druk zetten en de intensiteit met elkaar. Dat ging de tweede helft een stuk beter. Dan helpen die goals natuurlijk mee. En uiteindelijk hebben we ook goed verdedigd. Ik vond vandaag Gernot en Dávid in het bijzonder echt heel sterk spelen. We wisten dat we met heel veel lange ballen moesten dealen. Als je ziet hoe zij dat doen, dat is van een heel hoog niveau.’
In de rust besloot Van Persie om In-Beom Hwang en Hugo Beuno te brengen. ‘Wij vonden dat Milambo en Moder tussen de linies echt wel bereikbaar waren. Daarom brachten we Hwang. Zijn eerste aanname is goed, hij kijkt altijd vooruit, dat is echt zijn type spel’, verklaarde hij die wissels. ‘En Hugo brachten we, omdat de ruimte aan onze linkerkant lag. Daar hadden we een type nodig dat daar echt zou komen. Dat is een kracht van Hugo, die is heel goed als hij kan opkomen. Het was mooi dat we er langzaam beter inkwamen in de tweede helft. Pas als je de habits goed uitvoert, kan je tot een goede wedstrijd komen. En dat deden we de eerste helft niet. Daar valt of staat alles mee. Als je dat niet doet, krijg je het moeilijk.’
Bekijk hier al onze video’s